In de huidige tijd kan men de paarden indelen in 4 grote groepen:
1. De wilde paarden:
Er zijn thans nog 2 soorten wilde paarden nl. de Tarpan en het Przewalskipaard. De Tarpan is dan nog een terugkruising van Konikpony’s zodat hij nu veel rustiger en handelbaarder is dan oorspronkelijk. Alleen het Przewalskipaard bestaat dus nog in zijn oorspronkelijke vorm en wordt ingezet voor grote grasvlaktes in reservaten te laten begrazen.
2. De volbloeden:
Het begrip volbloed berust op een zeer grote raszuiverheid en drukt steeds een stempel op een gekruiste nakomeling. Bijvoorbeeld in de rassen waar de Arabische volbloed is binnengehaald als rasverbeteraar is al vrij vlug een duidelijk resultaat te zien.
Volbloedpaarden zijn bijvoorbeeld de Arabische volbloed (veel ingezet als rasverbeteraar), de Berber (heeft een belangrijk aandeel in het ontstaan van onze Fries) en dan nog de Engelse volbloed (XX of Thoroughbred).
De Engelse volbloed is het allereerste voorbeeld van een ras dat kunstmatig is opgebouwd, uitgaande van een heterogene basis werd uiteindelijk een grote homogeniteit en specialisatie bekomen ten gevolge van een meedogenloze selectie op renprestaties in galop. Sinds 1791 is dit een gesloten populatie. Hier zit wel een beetje verwarring.
De Engelse volbloed wordt vaak gekruist met Arabieren, maar de producten hiervan zijn Angelo-Arabieren en helemaal geen volbloeden meer.
3. De halfbloeden of warmbloeden:
Deze kunnen nog eens onderverdeeld worden in 2 groepen, namelijk in harddravers of halfbloedrenpaarden en in halfbloed niet-renpaarden.
De term warmbloed geeft aan dat het paard Oosters bloed in zijn stamboom heeft, voornamelijk door toevoeging van Arabisch bloed. Afhankelijk van de hoeveelheid Arabisch bloed spreekt men van weinig of veel adel.
De half- of warmbloedpaarden zijn een overgang tussen volbloeden en koudbloeden: allen zijn kruisingsproducten. De eerste werden vooral aangehouden voor het dragen van leger-ruiters en voor lichte trekkracht en vervolgens voor ontspanningsdoeleinden en sport.
In de economisch meest welvarende landen ging de afname van de trekpaardenstapel samen met een toename van de halfbloedpaarden. Thans maken niet-renpaarden halfbloeden het grootste aantal uit van de wereldpaardenstapel, denk maar aan BWP (Belgisch Warmbloedpaard), KWPN (Koninklijk Warmbloedpaardenstamboek Nederland), SF (Selle Francais)….
4. De koudbloeden:
Deze stammen af van het zwaar gebouwde paard dat in de wouden van Midden-Europa leefde. Koudbloedpaarden zijn meestal zware trekpaarden met een specifieke bouw geschikt voor de trekarbeid.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten