Spaanse rijschool



De Spaanse rijschool (Duits: Spanische Hofreitschule) is gevestigd in Wenen. Het is een van de oudste scholen voor het opleiden van paarden. De rijschool stamt uit 1572 en is hiermee de oudste manege ter wereld. De rijschool maakt onderdeel uit van de Hofburg. Oorspronkelijk behoorde de Spanische Hofreitschule tot de keizerlijke familie. Tegenwoordig is het een toeristische attractie geworden.

Hoewel de naam doet vermoeden, dat de school in Spanje te vinden is, doet een topografische bestudering anders vermoeden. Naar waarschijnlijkheid werd de Spaanse Rijschool de naam gegeven, omdat men voornamelijk paarden van Spaanse herkomst gebruikte, namelijk Lipizzaners. Sinds 1920 zijn alle paarden van de rijschool uitsluitend Lipizzanerhengsten.

Lipizzaners

Lipizzaners zijn ofwel roodbruin of wit, maar voor de hedendaagse traditie worden vrijwel enkel de witte paarden gebruikt. Lipizzaners zijn niet extreem groot. Gemiddeld hebben ze een schofthoogte van 1.65 meter. Ze hebben de neiging tot een licht concaaf opgebogen voorhoofdsprofiel (ramshoofd). Ze worden gemiddeld ouder dan andere paarden en zijn erg leergierig.


Dressuuroefeningen

Jarenlang oefenen de lippizaners de verschillende oefeningen, zoals ieder dressuurpaard dat doet. Met als doel het correct dragen van zijn ruiter door het onderbrengen van de achterhand.

De middelen daartoe zijn de lengtebuiging (voltes van verschillende grootte, zijgangen) en de overgangen (zowel uitstekken en/of verzamelen van bijvoorbeeld de draf - als overgang van bijvoorbeeld de draf naar stap en dan weer naar galop). Dit staat in Wenen bekend als "de scholen op de grond". Wat slechts nog op een enkele plaats geleerd wordt, onder andere in Wenen zijn de "scholen boven de grond":

* Levade: waarbij het paard zo sterk verzamelt dat hij zijn achterbenen sterk buigt en de voorhand optilt (een steigerend paard strekt de achterbenen, dat is lang zo zwaar niet).

* Pesade: als de levade nog niet helemaal gelukt is, spreekt men respectvol van een pesade (het is tenslotte zwaar genoeg).

* Croupade: het paard maakt 1 of meerdere sprongen met zijn achterbenen zonder met zijn voorbenen op de grond te komen, een soort voorwaartse levade; een 'sprongetje' dat veel kracht kost maar in oorlogstijd en tegenstander effectief kon uitschakelen.

* Capriole; een grote sprong waarbij het paard zijn voorbenen voor zich vouwt en zijn achterbenen fel uitslaat (van origine al een techniek om bijv. een steppewolf de tanden uit de bek te slaan; paarden maken de beweging ook graag als vreugdesprong) daarna landt het paard op alle vier de benen (al ziet men het liefste: het paard landt meteen op de achterbenen.

Geen opmerkingen: