Spreekwoorden en gezegdes

Spreekwoorden waar een paard in voorkomt:

* Aardewerk is geen paardenwerk. - Graven of in de aarde werken is een vermoeiend werk.

* Beter een blind paard dan een leeg halster. - Beter iets dan niets.

* Dat is een paard van een daalder. - Een trots persoon.

* Dat kan Bruin niet trekken. - Dat kan ik niet betalen.

* Dat paard zal mij niet meer slaan.

* De beste paarden staan op stal. -de besten mogen niet meedoen

* De een mag een paard stelen, de ander mag niet over het hek kijken.

* De paarden die de haver verdienen krijgen ze niet. - Een verdienste blijft vaak onbeloond.

* De teugels in handen hebben. - De baas zijn.

* De teugels laten vieren. - Een minder streng beleid voeren.

* De teugels strakker aanhalen. - Een strenger beleid gaan voeren.

* Denken moet je aan een paard overlaten, die hebben een groter hoofd.

* Die met een paard uit gaat is met zijn meester uit.

* Een blind paard zou er geen schade doen.

* Een gegeven paard mag men niet in de bek kijken. - Tegenover gekregen geschenken moet men niet kritisch zijn.

* Een goed paard is zo goed als zijn hoeven.

* Een man zonder vrouw is zoals een paard zonder teugels. - In een huwelijk hebben man en vrouw elkaar nodig.

* Een oud paard van stal halen. - Wat men vroeger al eens heeft laten horen nog eens ten beste geven.

* Een paardenmiddel. - Een laatste, niet zachtzinnige remedie

* Een schurftig paard vreest de roskam.

* Een ziekte komt te paard en gaat te voet. - Snel ziek worden, maar langzaam genezen.

* Gauw op het paard zitten.

* Het beste paard van stal vergeten. - Een belangrijk persoon niet opmerken.

* Het hinkende paard komt achteraan. - Wees niet te snel tevreden er kan altijd nog slecht nieuws komen.

* Het hooi moet het paard niet volgen.

* Het is trekken aan een dood paard. - Het is een onbegonnen zaak.

* Het paard achter de wagen spannen. - Een probleem totaal verkeerd aanpakken.

* Het paard moet tot de kribbe komen.

* Het paard van Troje binnenhalen.

* Het oog van de meester maakt het paard vet.

* Hij is van zijn paard gevallen. - Hij heeft zijn positie verloren.

* Hij zoekt zijn paard en hij zit er op.

* Hoog te paard zitten.

* Honger als een paard hebben. - Grote honger hebben.

* Iemand de teugels uit handen nemen. - Iemand de leiding afnemen.

* Iemand de vrije teugel laten. - Iemand zijn eigen gang laten gaan.

* Iemand een hengst verkopen. - Iemand een harde klap geven.

* Iemand te paard helpen. - Iemand helpen een eerste begin te maken.

* Je hebt luxe paarden en werkpaarden.

* Je moet een paard niet doodknuppelen voordat je thuis bent.

* Jong te paard, oud te voet.

* Man en paard noemen. - Niets verzwijgen.

* Men kan geen paard al lopende beslaan.

* Men moet de ploeg niet voor de paarden spannen. - Zie: Het paard achter de wagen spannen.

* Men moet een paard de rug niet stuk rijden.

* Met de paarden van Sint Franciscus.

* Ook het beste paard struikelt wel eens. - Ook de deugzaamste en bekwaamste faalt wel eens.

* Op het apostelpaard rijden. - Te voet gaan.

* Op het verkeerde paard wedden. - Een verkeerde inschatting maken.

* Op zijn stokpaardje zitten. - Over zijn lievelingsthema spreken.

* Oude paarden jaagt men aan de dijk.

* Over het paard getild zijn. - Te zeer geprezen zijn zodat men verwaand is geworden.

* Paarden vallen ook, al hebben zij vier benen.

* Vast in het zadel zitten.

* Voor mensen met paarden is het een hemel op aarde. Maar komen zij te sterven, dan valt er niets te erven.

* Waar het paard aangebonden is moet het vreten.

* Werken als een paard. - Erg hard werken.

* Zo sterk als een paard. - Erg sterk zijn.

Geen opmerkingen: